Daar zat je dan …
verliefd als een engel
en gelukzalig als de oktoberzon.
Vallende blaadjes betoverden de weg tot een prachtig kleurentapijt.
De herfst bracht me naar je toe
en deed me verlangen naar je warmte.
Op de bank was nog een plaatsje vrij.
Frisse buitenlucht dreef me naar je dromen.
Mijn hoofd op je schouder en je arm om me heen …
Een windzuchtje deed me dicht tegen je aankruipen.
Je hand was warm en je ademhaling zacht en rustgevend.
De helderblauwe hemel en de groet van een vogel
vormden een bijna schilderachtig tafereel.
Daar zaten we dan …
op de bank in het park.
Jij en ik … verwelkomd door enkele wandelaars.
Stilte kan zo mooi zijn.
Gevoelens zo onverwoestbaar
en liefde zo ongeremd als de ongerepte natuur.
Een onverstoorbaar moment
als in een geruisloos stilleven.
Het was bijna volmaakt.
Iedere herfst wandel ik door het park,
en hou even halt bij de bank.
Maar je zit er niet meer.
Melancholie bekruipt me,
en mijn hart krimpt ineen.
De bank blijft leeg.
Ik ga gewoon door …
Door Ine Verhagen
op 7 oktober 2012